Nieuwe uitdaging
Leidinggeven, het bewaken van kwaliteitseisen, het opstellen en implementeren van nieuw beleid, maar bovenal verbeteren: in een notendop waar Wendy zich in haar werk mee bezighoudt. Vanaf oktober in haar nieuwe functie als hoofd van het Centrum van Geboortezorg. ’Ik heb bewust gekozen om na algemene verpleegafdelingen de overstap te maken naar een afdeling binnen de acute zorg. Jezelf opnieuw blijven uitdagen vind ik erg belangrijk.’
Achttien jaar geleden startte Wendy als Hoofd Orthopedie op de polikliniek en de verpleegafdeling in het Dijklander Ziekenhuis. ‘In eerste instantie in een duo-functie voor achttien uur per week. ‘Ik kwam er al snel achter dat ik daar niet voor gemaakt ben; voor mij was dit veel te weinig. Ik wilde er meer zijn voor het team. Gelukkig is dit toen opgebouwd naar een fulltime baan. Na de verbouwing in het ziekenhuis, kwam ook de afdeling Geriatrie onder mijn hoede, totdat ik vijf jaar geleden de overstap maakte naar de verpleegafdeling Chirurgie en de weekend- en avondcoördinatie (WACO).’
Oog op de toekomst
‘Als leidinggevende wil je dat je mensen de ruimte krijgen om te ontwikkelen. Ik heb dat zelf ervaren en wil dit ook overbrengen naar mijn team.’ Wanneer een medewerker op haar afstapt met een goed idee, zegt Wendy: ‘Doe het maar’. Ruimte geven, ondersteunen en er zijn ook als het (even) niet gaat en de twijfel toeslaat. Bij het Dijklander Ziekenhuis kan dat. Zelf heeft zij al meerdere projecten mogen leiden. ‘Ik ben onder andere projectleider geweest van ‘het snel-op-de-been-programma’. Dit programma is speciaal opgesteld voor mensen die een nieuwe heup of knie krijgen. Wij hebben toen het volledige zorgpad opnieuw geschreven en geïmplementeerd. Naast dat dit een groot project was, heb ik hier in mijn persoonlijke ontwikkeling veel van geleerd. Bij het aangaan van nieuwe projecten ervaar ik vanuit het Dijklander Ziekenhuis altijd vrijheid en vertrouwen. Je krijgt de ruimte om te doen wat je wilt, mits je uiteraard je acties kunt verantwoorden. Zo zijn wij momenteel bezig met een nieuw traineeship voor verpleegkundigen zonder ziekenhuiservaring. Dankzij een speciaal inwerkprogramma bieden wij een mooie kans om toch werkzaam te kunnen zijn op een verpleegafdeling in het ziekenhuis. Aan de ene kant is er een dreigend tekort aan verpleegkundigen en aan de andere kant is de animo groot om in het ziekenhuis te werken. Door dit traineeship brengen wij het vraag en aanbod samen.’
(Persoonlijke) ontwikkeling
‘Ik vind het belangrijk dat mijn leidinggevende weet waar mijn ambities liggen en waar ik blij van word in mijn dagelijks werk. Als je daar zelf open in bent, kan je leidinggevende je daarin faciliteren of jou voordragen als er zich kansen voordoen. Soms is het ook fijn om van je leidinggevende even dat zetje te krijgen. Bij het doen van projecten en bij het pakken van kansen, is dat het stukje ondersteuning die je nodig hebt.’ Dit laatste is voor Wendy ook kenmerkend voor werkgeluk. Een van haar medewerkers heeft zich, samen met een andere collega, voor werkgeluk ingezet. Vanuit verschillende afdelingen is er samengewerkt om dit verder te implementeren. Met als resultaat dat er nu binnen het ziekenhuis werkgelukcoaches zijn. Samen stappen maken staat voor Wendy dan ook met stip op nummer een. ‘Ik krijg hier de meeste energie van. Dat wij in het dagelijks werk kunnen verbeteren en dat ik dit samen met de mensen om mij heen kan en mag doen. Het in verbinding staan met andere mensen en het behalen van resultaten, dragen bij aan mijn werkplezier. De mogelijkheid krijgen om te leren en nieuwe ervaringen op te doen in de praktijk. Dat maakt voor mij het Dijklander Ziekenhuis een goede werkgever.’
‘Ik ben achttien jaar geleden begonnen bij het ziekenhuis. Wat dat betreft kan ik mij wel een echte Dijklander noemen.’
‘DOORGROEIER’ Wendy van der Gragt is vanaf 1 oktober het hoofd van het Centrum van Geboortezorg.
Zij heeft al aardig wat kilometers in het ziekenhuis gemaakt. Letterlijk, maar ook figuurlijk. ‘Ik ben achttien jaar geleden begonnen bij het toenmalige Westfriesgasthuis. Wat dat betreft kan ik mij wel een echte Dijklander noemen.’